Vergunning
De stichting vindt dat door het afschaffen van de figuur zwarte piet genocide dreigt te worden gepleegd op de Nederlandse etnische en raciale groep als zodanig. De verleende evenementenvergunning voorziet in die afschaffing van zwarte piet, stelt de stichting. Ze wil dat de vergunning daarom wordt geschorst.
Oordeel voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter wijst dat verzoek af. De rechter stelt vast dat de burgemeester de gevraagde vergunningen alleen kan weigeren in het belang van de openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid of bescherming van het milieu. De invulling van de sinterklaasintochten, en of daarbij al dan niet zwarte pieten bij zijn betrokken, valt daar niet onder. In de verleende evenementenvergunningen is ook niets bepaald over de invulling van de intocht en de aanwezigheid en het uiterlijk van de pieten.
De stichting heeft verder niet aannemelijk gemaakt dat bij de inzet van andere pieten dan zwarte pieten een wettelijke regeling of verdrag is overtreden of dreigt te worden overtreden. Ook niet het ‘Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide’, dat door de stichting werd genoemd. De stichting heeft niet aannemelijk gemaakt dat genocide dreigt als er tijdens de intochten in Oosthuizen en Edam geen zwarte pieten zouden zijn.
Ten slotte heeft de voorzieningenrechter in de uitspraak aangegeven dat enkele door de stichting gekozen bewoordingen niet thuis horen in een processtuk, waaronder ‘tribunaal’ en ‘vuurpeloton’. De stichting moet er rekening mee houden dat de rechtbank een volgend verzoekschrift of beroepschrift met deze of vergelijkbare bewoordingen mogelijk niet in behandeling zal nemen.