DEN HAAG - Er komt een verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het onderwijs, de zorg, het openbaar vervoer en overheidsgebouwen. Het gaat bijvoorbeeld om een integraalhelm, een bivakmuts of een nikaab. De Eerste Kamer heeft vandaag ingestemd met het wetsvoorstel. De wet treedt nog niet direct in werking. De datum van inwerkingtreding wordt na overleg met de betreffende sectoren vastgesteld.
Het gedeeltelijke verbod gaat gelden voor een aantal specifieke plekken en situaties waar het essentieel is dat men elkaar herkenbaar tegemoet kan treden. Bijvoorbeeld in de bus, op school of bij de gemeentebalie.
In een vrij land als Nederland heeft iedereen de vrijheid en de ruimte om zich te gedragen en te kleden zoals dat bij hem of haar past. Aan die vrijheid kunnen en moeten soms grenzen worden gesteld. In het geval van gezichtsbedekkende kleding geldt dat in het bijzonder als de onderlinge communicatie zodanig wordt belemmerd dat een kwalitatief verantwoorde dienstverlening of de veiligheid in het gedrang komt.
Instellingen en sectoren mogen al huisregels stellen. Maar daar wordt niet altijd gebruik van gemaakt. In een aantal situaties is de onderlinge communicatie waarbij mensen elkaar in het gezicht kunnen kijken zo belangrijk, dat er nu bij wet uniforme regels zijn gesteld. Daarmee is voor iedereen duidelijk wat in die situaties wel en niet mag.