De officier van justitie eiste een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en een rijontzegging van twee jaren. De straf is hoger dan de eis van de officier van justitie, omdat de rechtbank uitgaat van roekeloos rijden.
Het verkeersongeval
De verdachte gebruikte die bewuste dag samen met de bijrijder op de parkeerplaats van de McDonalds in Hoorn meerdere ballonnen lachgas. Kort daarna stapten zij samen in de auto en reden ze via Oosthuizen over de N247 richting Edam. Ook tijdens het rijden vroeg de verdachte aan de bijrijder om ballonnen gevuld met lachgas. Vanwege wegwerkzaamheden aan de berm reed een goed verlichte pijlwagen stapvoets over de snelweg. Meerdere verkeersborden waarschuwden weggebruikers over een lange afstand voor de wegwerkzaamheden. De maximaal toegestane snelheid was beperkt tot 50 kilometer per uur.
De verschillende waarschuwingsborden en de verlichting van de pijlwagen nam de verdachte in zijn geheel niet waar. De verdachte reed frontaal en zonder te remmen op de achterzijde van de pijlwagen. In de auto van de verdachte lagen twee gasflessen met lachgas en gebruikte en ongebruikte ballonnen. Door het verkeersongeval raakte de bestuurder van de pijlwagen gewond. De man kon daardoor lange tijd niet zijn normale werk doen. De bijrijder van de verdachte raakte zwaar gewond. Hij had een dubbele heupkombreuk, een bovenbeenbreuk en een schedelbasisbreuk. Uit onderzoek bleek later dat de verdachte voor de aanrijding tussen de 57,9 en 69,3 kilometer per uur reed.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de verdachte schuldig is aan roekeloos rijden. Verdachte heeft onder invloed van lachgas te hard gereden en de verkeersborden genegeerd. Hij wist dat het gebruik van lachgas de rijvaardigheid kon verminderen. Door toch te gaan rijden onder invloed van lachgas en ook nog rijdende lachgas te gebruiken, heeft de verdachte bewust het risico genomen dat hij ook andere verkeersregels zou schenden en dat daardoor een zeer gevaarlijke situatie zou ontstaan. Dat is in dit geval gebleken door het ongeval dat hij heeft veroorzaakt met twee slachtoffers als gevolg. Roekeloosheid is de zwaarste schuldvorm bij verkeersdelicten. De grote impact die het ongeluk op beide slachtoffers heeft gehad en nog altijd heeft, bleek uit de slachtofferverklaringen die op zitting zijn voorgelezen.
Bij de strafbepaling weegt de rechtbank in het nadeel van de verdachte mee dat hij in het verleden eerder voor soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld. Wel krijgt hij inmiddels intensieve begeleiding waardoor hij beseft dat hij een probleem heeft. Hij heeft veranderingen in zijn gedrag aangebracht. Ook houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte zes maanden langer op de behandeling van zijn zaak moest wachten dan nodig.
Schadevergoeding
De bijrijder van verdachte heeft een schadevergoeding gevorderd van ruim 100.000 euro voor materiële en immateriële schade. Dit onderzoek levert een onevenredige belasting op in de strafzaak, omdat de vraag moet worden beantwoord of en zo ja, in hoeverre, sprake is van eigen schuld van de bijrijder. De rechtbank heeft hem in deze zaak niet-ontvankelijk verklaard in de vordering. Hij kan de vraag voor schadevergoeding aanbrengen bij de burgerlijke rechter.